Als je ouder wordt, verandert je lichaam. Dat betekent bijvoorbeeld dat je slechter tegen alcohol kunt. Ook andere aspecten van het ouder worden betekenen dat het verstandig is nog bewuster met alcohol om te gaan: je slikt vaak meer medicijnen, je hebt vaak meer tijd, er wordt om je heen vaak meer gedronken en je krijgt bijvoorbeeld vaker te maken met het verlies van naasten.

Veel groter effect

Bij het ouder worden werkt ons lichaam anders dan toen we jonger waren. Niet alleen verslechtert de vochtbalans, ook de lever en de nieren gaan minder goed functioneren. Hierdoor wordt alcohol minder snel afgebroken en stijgt het alcoholpercentage in het bloed. Het effect van een enkel glaasje alcohol is daarmee veel groter dan voorheen.

Als je ouder wordt, wordt je daarnaast geleidelijk lichamelijk minder sterk. Alcohol blijkt bij valpartijen van ouderen regelmatig een rol te spelen. Ouderen hebben dan een grotere kans op botbreuken die ook nog moeilijker herstellen.

Medicatie

Van de 65-plussers slikt 30 tot 45 procent meer dan vijf medicamenten per dag. Als je medicijnen gebruikt en alcohol drinkt, is het goed een en ander te beseffen. Alcohol versterkt bijvoorbeeld de versuffende werking van slaap- en kalmeringsmiddelen en heeft een remmende werking op antidepressiva en antibiotica. Mensen die medicatie gebruiken, krijgen dus eerder te maken met negatieve effecten van het gebruik van alcohol.

Een nieuwe levensfase

Als je met pensioen gaat, verandert je leven ingrijpend. Je krijgt veel vrije tijd. Je dagelijks alcoholgebruik kan dan ook toenemen. Alcohol krijgt een grotere rol: voor de gezelligheid, als troost, als tijdverdrijf, als hobby. Ouderen zijn minder snel geneigd om hier een probleem in te zien, elkaar op hun alcoholgebruik aan te spreken of zelf hulp te zoeken.